Tijdens het spuitgietproces kan uitlaatgas uit de matrijs worden afgevoerd. Het uitlaatsysteem van een matrijs heeft een ingewikkelde structuur. Het uitlaatsysteem heeft de mogelijkheid om in verschillende richtingen aan te sluiten. Daarom is de positie van het uitlaatsysteem erg belangrijk. De positie van het uitlaatsysteem in de matrijs heeft een directe invloed op de vormingscyclus.
Het uitlaatsysteem van een matrijs kan worden gebruikt om trillingen te verminderen, de kwaliteit van het product te verbeteren en de installatie te vergemakkelijken. Het uitlaatsysteem van een mal wordt echter beïnvloed door het vochtgehalte, vluchtige stoffen en de aanwezigheid van onzuiverheden. Deze onzuiverheden kunnen een negatief effect hebben op de kwaliteit van het product en de mechanische sterkte van de mal verminderen. Daarom moet het uitlaatsysteem van een matrijs dienovereenkomstig worden ontworpen.
De uitlaatpijp schimmel is verdeeld in drie delen: de vormholte, de dwarspoort en de waterspleten. De waterspleten zijn via de stijgbuis verbonden met de vormholte. De stijgbuis heeft een hellend bovenwandoppervlak en een naar beneden hellend onderwandoppervlak. Het is aangebracht op de kruising tussen de kruispoort en elke waterspleet. De stijgbuis strekt zich ook uit tot in de vormholte. Bovendien moet elke set mallen open uitlaatgroeven gebruiken. Vergeleken met gesloten uitlaatgroeven hebben open uitlaatgroeven het grootste uitlaatvolume. Bovendien zijn ze het gemakkelijkst te verwerken.
De inzetstructuur van een matrijs is vereist om het fenomeen van ingesloten lucht te elimineren. De wisselplaatstructuur heeft twee kleine uitsparingen, die passen bij de montagepositie van de kleine wisselplaatkop. De kleine insteekkop wordt in de uitsparingen van de matrijs gemonteerd en voert de ingesloten lucht uit de matrijs wanneer het materiaal naar de punten stroomt.
Gewoonlijk wordt het ontwerp van het procesinzetstuk gebruikt wanneer de uitlaatvereisten hoog zijn. De structuur van het inzetstuk moet echter worden ontworpen om te voorkomen dat zich ingesloten lucht vormt. Als de inzetconstructie op een verkeerde manier is ontworpen, kan het vloeimateriaal verkeerd worden geplaatst en kan het uitlaatsysteem verkeerd worden geplaatst. Bovendien kan het leiden tot een negatieve maatnauwkeurigheid en een slechte mechanische sterkte. Daarnaast kan het ook leiden tot vloeisporen en fusiesporen.